Het jasje in de gang ~ juni 2021
Hij hangt er nog steeds, de kleine rode winterjas met van die wantjes aan touwtjes.
Afgelopen week was het erg warm en het is nu al juni. “Kom je van de week om zijn te jasje wisselen?” vraagt Sylvans vader. We wonen dan wel niet meer samen maar Sylvan blijft óns kind, dit delen we voor altijd.
Hij had het overigens al eerder gevraagd en ik had het toen voor mij uit geschoven.
Ik vraag mij af of we dit nog wel moeten blijven doen?
Zijn winterjasje verwisselen voor de zomerjas, het idee is mooi maar voor mij zou het ook goed zijn als we ‘m in de bewaarbak leggen.
Voorzichtig breng ik het ter sprake. Hij begrijpt wat ik bedoel en ik zie en voel dat hij er niet aan toe is, hij vecht met zijn emoties en ik pak zijn handen… “Het hoeft niet” zeg ik “laten we vandaag zijn zomerjas ophangen en dan laat je dit bezinken voor als de winter komt”. Hij knikt en we kijken elkaar aan voor de volgende stap, het jasje van de kapstok pakken.
Het lijkt zo’n kleine handeling maar het is gevoelsmatig een heel ding.
Ik haal nog maar eens diep adem en met een “ik doe het wel” pak ik het jasje en druk het zachtjes tegen mij aan. De tranen rollen inmiddels over mijn wangen en in gedachten mompel ik een woord wat ik hier niet zal herhalen. Hij was nog zo klein en deze jas was eigenlijk te groot, maar met armpjes die stijf staan van de spasmen lukte het niet ze in de mouwen te krijgen. Ik druk het jasje nog iets steviger tegen mij aan en we lopen naar de de plek waar de bewaarbak staat.
Ik weet al wat er komen gaat want dat gebeurd steeds weer en terwijl hij de deksel eraf haalt ga ik op mijn knieën zitten.
Mijn blik is strak gericht op de inhoud van de bak
en ik voel dat mijn handen de rand stevig omklemmen, zo stevig dat het pijn doet. Ik krimp ineen en barst in snikken uit terwijl ik mijn handen door de spulletjes laat glijden. Ik voel een troostende hand over mijn rug aaien en hoor dat we samen huilen… ik probeer te herpakken maar voel ook dat ik dat niet moet doen, ik zei het net nog tegen hem, nu ook tegen mezelf…
”Sta het maar toe”.

Dus dat doe ik en dat helpt, ineens zwakt het af en we doen de deksel weer op de bak. Hij heeft het zomerjasje gepakt en geeft het aan mij, weer valt me op hoe klein hij nog was. Met een zucht hang ik het aan de kinderkapstok, het is weer gedaan.
We komen nog even bij met een kop koffie en ik vraag hem of hij het goed vind als ik hier een blogje over schrijf?
Ik voeg er aan toe dat wij ouders beide liefde voor ons kind voelen en dat is te kostbaar is om niet samen te delen. Dat wij laten zien dat het ook zo samen kan en hoe waardevol en dierbaar die momenten zijn.
“Doe dat maar” knikt hij.
En dus schrijf ik uren later dit blogje, kwetsbaar omdat ik je wil laten voelen dat rouw heel diep en rauw is.
Hoopvol dat je ook voelt dat liefde geen einddatum heeft, veerkracht echt bestaat en dat leven en dood verenigbaar zijn.
Suzanne en Werner,
Wat raakt deze blog ons en wat voelen wij jullie pijn maar ook jullie kracht. Laat dat jasje daar nog maar even hangen want het staat symbool voor jullie liefde voor dit bijzondere manneke waar we allemaal zoveel van geleerd hebben!
Dank je wel voor delen! Het laat de kwetsbaarheid en onvoorwaardelijke liefde voor je kind zien.
We omarmen jullie!
Dank voor jullie en lieve voelbare omarming ❤️